Er zijn veel redenen waarom we geven wat we geven. De belangrijkste reden is dat we niet bewust van plan zijn om te geven.

Onderzoek heeft aangetoond dat mensen zich blijer voelen, minder depressief zijn en minder stress ervaren als ze anderen helpen. Bij veel mensen, die bezig zijn met liefdadigheid, vrijwilligerswerk of geld geven aan goede doelen komt het stofje oxytocine in de bloedbaan vrij. Dat vermindert angst en veroorzaakt warme gevoelens, euforie en verbinding met anderen.

Waarom geven we niet meer?

We geven zeker wel. Maar het merendeel van ons geeft impulsief en niet gepland. Daarom zijn we letterlijk vaak niet van plan om te geven. Door bewust om te gaan met geven, dragen we constructief bij aan de kerk of het doel dat we een warm hart toedragen.  

Er zijn drie relevante vragen om jezelf af te vragen terwijl je van plan bent om te geven:

1. Wanneer moet ik geven?

Bewust geven is duidelijk gedefinieerd in Spreuken 3:9: “Eer de Heer met het beste van de oogst, geef hem van je rijkdom.” Dit betekent dat geven de eerste prioriteit zou moeten hebben voordat je de rest van de uitgaven doet. Ook zegt de Bijbel in 1 Korintiërs 16:2: “Jullie moeten niet wachten met het inzamelen van geld tot ik bij jullie ben. Nee, ieder van jullie moet nu al elke zondag geld apart leggen. Maar alleen het geld dat je kunt missen.” In deze tekst moedigt Paulus ons aan om niet alleen te geven, maar om dat ook periodiek en doorlopend te doen.

2. Waaraan moet ik geven?

God moedigt ons aan om in de behoeften van andere christenen en kerken te voorzien. Als christenen geven we aan de kerk, zodat de kerk zich kan ontwikkelen tot een plaats waar christenen zich o.a. geestelijk kunnen ontwikkelen. Maar ook waar mensen met vragen over het leven kunnen aankloppen voor antwoorden. 

We kunnen aan (christelijke) organisaties geven die de waarden en normen van Gods Koninkrijk uitleven, zoals het zorgen voor weduwen, wezen, armen en iedereen die een nood heeft. Of aan een organisatie zoals Alpha Nederland die mensen bekend wil maken met het evangelie van Jezus Christus.

3. Hoeveel moet ik geven?

De kwestie van de hoeveelheid is niet eenvoudig. “De christenen in Macedonië gaven meer dan ik had durven hopen. Ze zagen onze actie als iets dat God wilde. Daarom steunden ze ons. En bovendien gaven ze zo zichzelf als geschenk aan Christus, de Heer!” Deze bijzondere tekst komt uit 2 Korintiërs 8:3-5. Hoewel hier over de hoeveelheid wordt gesproken van de gift, is onze houding veel belangrijker! Iets later in de brief van Paulus, in 2 Korintiërs 9:7 lezen we HOE we mogen geven: “Je moet van harte geven, en niet omdat het verplicht is. Want God houdt van mensen die met vreugde geven.” Om niets hebben we ontvangen, om niets mogen we het ook weer weggeven. En dat mogen we doen uit dankbaarheid van wat we van God hebben gekregen.

Met geven maak je de wereld een stukje mooier, omdat mensen geholpen worden in hun nood. En je wordt er zelf ook nog eens blijer van ;). Dus waarom beginnen we vandaag niet met bewust plannen om te geven?