25 jaar Alpha Nederland |

Terugblik met de (oud-)directeuren.

Samen met oud-directeuren Jan-Maarten Goedhart en Jan Bakker blikt de huidige directeur, Arnoud Drop, terug op het allereerste begin van Alpha in Nederland.  

Arnoud: 25 jaar geleden was ik 11 jaar oud. Jullie waren volop werkzaam in de kerkelijke context. Wat was destijds het klimaat in de kerk?
Jan-Maarten: Ik herinner me sterk het malaisegevoel in de kerk. Ik heb het weleens omschreven als het zinkende-schip-gevoel. Ik studeerde eind jaren ’80 en begin jaren ’90 theologie met het verlangen om predikant te worden. Eerlijk gezegd raakte ik gaandeweg de studie steeds minder gemotiveerd. Het was in de kerk heel zwaar. Er heerste een gevoel van: het gaat niet meer lukken, de kerk loopt leeg.

Jan-Maarten Goedhart was in 1996 de eerste coördinator voor Alpha in Nederland. Een van zijn eerste taken was het vertalen van Alpha.


Arnoud: Jullie zijn beiden begin jaren ’90 in Engeland geweest en ontdekten daar iets..
Jan-Maarten: De secularisatie was in Engeland decennia eerder begonnen dan in Nederland. De ontkerkelijking was veel groter. Maar de kerk in Engeland had een manier gevonden om daarmee om te gaan. Veel meer ontspannen en open. Alpha was daarin een belangrijke component.
Arnoud: Dat ontdekte je in Londen?
Jan-Maarten: Ja. Ik heb in Oxford gestudeerd. Uit Londen kwam het verhaal van een kerk waar op een avond 900 mensen naar een cursus over het christelijk geloof kwamen. Als Nederlandse jongen dacht ik: wat gebeurt hier? Daar wil ik meer van weten! 
Jan: Ik was in 1995 voor mijn werk in Engeland. Een collega zei: “Je moet eens bij Holy Trinity Brompton (HTB) in Londen kijken, dat is een interessante kerk.” Op zaterdagmorgen ging ik naar een mens breakfast, een mannenontbijt. Ik was ongelooflijk onder de indruk, vooral van de open, geestelijke atmosfeer. In de hal zag ik het toenmalige logo van Alpha met het mannetje en het vraagteken. Ik vroeg: “Wat is dat?” En ik kon het niet geloven: mensen gingen in de rij staan voor een cursus over het christelijk geloof. In de jaren ’90! 
Arnoud: Waren dat mensen van buiten de kerk?
Jan: Ja. Ik dacht: ik moet eens onderzoeken wat dat is. Ik ben een gereformeerd jongetje; ik kan wel leuke dingen gaan doen, maar het moet wel ergens over gaan. Dus op zondag was ik weer in de kerk. Daar zat jong en oud. Mensen die tot geloof waren gekomen; gisteren, eergisteren, een paar maanden geleden… En allemaal hadden ze het maar over Alpha. Er waren twee fantastische voorgangers: Nicky Gumbel en Sandy Miller. Er was een enorm enthousiasme. Een sfeer van hoop, verwachting, en geloof. Alsof er vernieuwing had plaatsgevonden. En ze spraken over de Heilige Geest op een manier zoals ik dat niet eerder had meegemaakt.
Jan-Maarten: Ik kwam in Oxford ook tientallen studenten tegen die vanuit een niet-christelijke achtergrond tot geloof waren gekomen. Ik begreep het helemaal niet. Mensen die echt wisten wat ze deden… die kwamen tot geloof! Ik dacht aan mijn eigen kerkelijke gemeente in Nederland. Opeens realiseerde ik me: ik heb twintig jaar trouw in de kerk gezeten, maar ik kan me niet herinneren dat iemand van buiten de gemeente tot geloof kwam. Ik dacht: wat raar eigenlijk dat ik dat nooit vreemd heb gevonden. Als je het Nieuwe Testament leest, is dat heel vanzelfsprekend. Ik was verwonderd en gefascineerd: wat gebeurt hier?

“Mensen hadden snel door dat Alpha geen trucje is.”

Jan-Maarten

Arnoud: Er werd blijkbaar iets zo erg in je wakker dat je dacht: hier moeten we wat mee in Nederland?
Jan-Maarten: Ja. Ik werd lid van de Nieuwe Kerk in Utrecht. Wim Bouw was daar predikant. Een man van gebed, een oud-zendeling. Het eerste wat hij aan mij vroeg toen ik binnenkwam was: “Je bent in Engeland geweest, heb je iets van Alpha gehoord?”
Arnoud: Het gerucht ging al…
Jan-Maarten: “Misschien moeten we dat in Nederland een keer proberen”, zei ik. We hebben toen de Alpha-cursus vertaald. En ik zal je vertellen: het begin was niet makkelijk. We hadden natuurlijk het beeld van 800 deelnemers op Alpha. We hadden het supergoed voorbereid: een maaltijd, de inrichting en de uitnodigingen. Toen de cursus begon hadden we vijf deelnemers waarvan er vier iets met de kerk hadden en één niet. Het liep helemaal niet zoals wij hadden verwacht. Iedere avond was een worsteling. Nicky Gumbel had tegen ons gezegd: “Je moet het minimaal twee keer doen om te voelen hoe het werkt.” Als hij dat niet had gezegd, dan weet ik zeker dat ik was gestopt. Gehoorzaam aan Nicky Gumbel hebben we toen een tweede cursus georganiseerd. Een week voordat we zouden beginnen, had één deelnemer zich aangemeld. Wim Bouw, de man van gebed, zei: “Ik geloof dat er vijftien deelnemers komen.” “Nou, laten we bidden”, zei ik. De avond voordat we gingen starten, waren er 14 aanmeldingen. En op de avond zelf kwam de vijftiende onaangekondigd. Deze Alpha werd in de huiskamer van mijn studentenhuis gegeven. We vroegen aan die vijftien mensen: “Waarom ben je naar Alpha gekomen?” Het ene verhaal was nog meer bijzonder dan het andere. Mensen gooiden al hun vragen, hun bezwaren en hun ellende op tafel. Er gebeurde echt iets. 
Jan: Bij ons was het begin van Alpha anders. Ik had mijn voorganger meegenomen naar Londen. Hij was enthousiast en wilde gelijk beginnen toen hij thuiskwam. Het was direct ongelooflijk. Er kwamen acht of tien mensen. Ook mensen die nooit in de kerk kwamen. Een aantal kwam voor onze ogen tot geloof. 

“Ik kon het niet geloven: mensen gingen in de rij staan voor een cursus over het christelijk geloof!”

Jan

Arnoud: Jullie kerken gingen met Alpha aan de slag. Hoe liep het vuurtje richting andere kerken in Nederland?
Jan: Jan Maarten heeft eerst een aantal mensen uitgenodigd en reclame gemaakt. Op 15 mei 1996 waren we met een gezelschap. Jan Maarten legde uit wat Alpha was en ik vertelde iets over mijn ervaring in Londen. Dat was het echte begin van Alpha. Daarna organiseerden we trainingsdagen. Jan Maarten ging die eerste twee jaar als een razende door het land, langs allerlei kerken. We hadden geen geld voor PR, maar het ging als een lopend vuurtje. 
Arnoud: Waardoor kwam het los in de kerken?
Jan-Maarten: Alpha was een verhaal van hoop. Men zag: dit kan dus ook! Het is mogelijk om binnen de gemeente een plek te creëren waar mensen die niet geloven willen komen en praten. In die tijd was evangelisatie een thema, maar ook een woord waar mensen kromme tenen van kregen. En misschien nog steeds wel.
Jan: Er was grote verlegenheid. Je was al blij als er twee of drie mensen in de evangelisatiecommissie zaten.
Jan-Maarten: En die wisten vervolgens niet wat ze moesten doen.
Jan: Christenen hebben natuurlijk het evangelie en willen dat graag doorgeven. Maar je had geen zin om voor het centraal station met een gitaartje te staan. Dat was evangelisatie voor veel mensen. Maar dat je mensen kon uitnodigen aan tafel, en dat ze dan hun vragen konden stellen: dat was voor sommige mensen een echte eyeopener.
Jan-Maarten: Ik denk dat mensen ook snel doorhadden dat Alpha niet een trucje is. Niet opdringerig en niet drammerig. Ontspannen.

Jan Bakker volgde in 1998 Jan-Maarten op als coördinator. Tot 2014 was hij directeur. Daarna werkte hij zes jaar voor Alpha International.

Arnoud: Werd Alpha in alle hoeken van de kerk meteen hartelijk verwelkomd?
Jan-Maarten: Er was veel nieuwsgierigheid en verlangen. Er ontstond een groepje mensen die met Alpha wilden starten. Toen heeft de IZB (vereniging voor zending in Nederland) gezegd: “Wij willen wel steunen dat Alpha naar Nederland wordt gehaald.” Samen met Youth for Christ en de Evangelische Alliantie, de voorloper van Missie Nederland.
Jan: Dat gebeurde in het huidige kantoor van Alpha Nederland! Waar nu de gebedsruimte is. Daar kwamen mensen al regelmatig bij elkaar om te bidden voor Nederland. Zij zeiden: “Wij hebben Alpha echt gezien als een van de antwoorden op ons constante gebed.” 

“Nicky Gumbel had tegen ons gezegd: ‘Je moet het minimaal twee keer doen om te ervaren hoe het werkt.’ Als hij dat niet had gezegd, dan was ik zeker gestopt.”

Jan-Maarten

Arnoud: De thematiek rondom de Heilige Geest op Alpha was vernieuwend en vaak levensveranderend. Toch landde het soms moeilijker in de breedte van de kerk. Hoe ging dat in de beginjaren? 
Jan-Maarten: Belangrijk is dat het bij mij eerst ook moest landen. Ik ben opgegroeid in een kerk waarin relatief weinig aandacht voor de Heilige Geest was. Ik ging bij HTB naar een conferentie over hoe je toegerust wordt voor het werk als predikant. Dat ging wel anders dan de theologische conferenties in Nederland. Maar ik was zo onder de indruk van de mensen. Heel gewone mensen, maar ze hadden iets dat ik niet had. Je voelde de aanwezigheid van God. Als die ‘gewone mensen’ met je baden, dan gebeurde er iets wat ik niet kende.
Jan: Voor mij lag de geestelijke en theologische verantwoordelijkheid bij mijn voorganger. Die had gezegd dat het goed was, dus ik kon rustig aan de gang. Wij waren al een beetje ingeleid in het bidden voor elkaar. De eerste Alpha-conferentie werd ook georganiseerd in de kerk waar wij bij elkaar kwamen: de Opstandingskerk in Houten. 
Jan-Maarten: Het was bijzonder dat die conferentie niet georganiseerd werd door een Pinksterbeweging in Nederland maar door de IZB, een organisatie van de Gereformeerde Bond en de Protestantse Kerk – toen nog de Hervormde Kerk. Zij hadden de openheid om dit te verkennen, zonder op alle vragen een antwoord te hebben. 
Jan: Mensen zagen in de praktijk gebeuren wat wij vertelden. Sommigen gingen naar huis met de gedachte: daar beginnen wij niet aan. Of: bij ons gaat dat niet werken. Maar mensen kwamen naar de tweede conferentie. Zij vertelden verhalen in de kranten en in de kerk. En zo rolde het verder.
Arnoud: Dus er ontstonden in het land verschillende brandhaardjes waar het werkte?
Jan: Precies, we zagen duidelijk: hier gebeurt iets waarvan we niet hadden kunnen verwachten dat dit in onze kerken zou gebeuren. In sommige gemeenten is Alpha in de plaats gekomen van de evangelisatiecommissie. Bij andere kerken heeft het als een zuurdesem gewerkt. Ik zei weleens: in die kerken stond Jezus in het midden en keken wij naar elkaar. Maar door Alpha zijn we omgedraaid. Jezus staat ook in het midden, maar er is door de Heilige Geest een kracht gekomen waardoor we naar buiten kijken, contact leggen en met mensen in gesprek zijn. 
Arnoud: Een focusverlegging?
Jan-Maarten: Ja. Als ik kijk naar mijn eigen kerk, de Protestantse Kerk, dan is daar nu ook een landelijke beweging rondom missionair werk gaande. ‘Missionair’ was eerder een vies woord, iets voor fanatieke mensen. Maar nu leeft er heel breed het besef: de kerk moet naar buiten treden.

Arnoud: De kerk van nu heeft toch veel parallellen met die van 25 jaar geleden. Er is leegloop. Onderzoeken geven aan dat meer mensen atheïstisch of agnostisch zijn dan christelijk. Die malaise lijkt niet veranderd. Tegelijk zeg je: het klimaat van de kerk en de plek van missie zijn veranderd. Welke lessen van toen kunnen we meenemen naar nu?
Jan-Maarten: Dat je je dus niet hoeft te laten verlammen door die grote trend. Secularisatie is een proces dat in heel Europa doorgaat. Alpha heeft mij laten zien dat er ook een tegenbeweging op gang kan komen. Kijk naar Londen. Dat was een zeer geseculariseerde stad. Maar nu zie je dat enkele jaren geleden de statistieken zijn gekeerd. De kerk groeit weer. Dat geeft mij hoop. Het kan ook in Nederland. Dit is geen gemakkelijk proces. We moeten niet doen alsof Alpha de oplossing is voor alle problemen. Maar het is wel een plekje waar je tegen de stroom in kunt zwemmen. Waar je kunt laten zien: zo kan het ook!

Tip: beluister de podcast

Dit gesprek en meer kun je beluisteren via de podcast ‘De Kansen voor de Kerk’. Kijk op alphanederland.org/podcast.